Objectgereedschapskist
Dit cluster van vier gereedschapsknoppen van de Titeleditor bevindt zich links onder het venster Bewerken.
Het eerste gereedschap (de pijl) wordt gebruikt voor alle bewerkingshandelingen op het momenteel geselecteerde object. Een geselecteerd object wordt omring door een aantal controlepunten waarmee u de grootte, positie, afmetingen en andere geometrische kenmerken kunt instellen.
De andere drie gereedschappen zijn voor het maken van objecten in het venster Bewerken –tekstkaders, ellipsen en rechthoeken.
Elk gereedschap wordt op dezelfde algemene manier gebruikt. Klik op een van de drie gereedschappen, klik daarna op het venster Bewerken op het punt waar een hoek van het object moet komen. Sleep de muis om hebt object een omtrek te geven zoals door de stippellijn wordt aangegeven.
Heeft het object de gewenste grootte en afmetingen, laat dan de muis los. Welk type het ook is, het object wordt gemaakt met de aangegeven afmetingen. De andere attributen ervan – kleur, arcering, schaduw enzovoort – worden bepaald door het momenteel geselecteerde uiterlijk in het album van Titeleditor. Alle attributen kunnen later naar wens worden gewijzigd.
Nadat het object is gemaakt, wordt het objectgereedschap gedeselecteerd dat u hebt gebruikt en de selectiepijl wordt weer actief. Het object zelf wordt geselecteerd – weergegeven zoals op de gebruikelijke manier door de controlepunten – en kan nu met de muis worden gemanipuleerd.
Objecten opnieuw ordenen in drie dimensies
Omdat object elkaar kunnen overlappen, is het makkelijk om in situaties te komen waar een object dat volledig zichtbaar moet zijn deels of geheel verborgen wordt door een of meerdere objecten. Gebruik in zulke gevallen de vier herordeningsopdrachten in het menu Titel/Laag van Titeleditor. Deze opdrachten beïnvloeden het momenteel geselecteerde object, gesymboliseerd door vierkant “3” in het diagram.
· Naar voorgrond: Het object wordt voor alle andere objecten geplaatst. In het diagram staat object 3 nu voor object 1.
· Naar achtergrond: Het object wordt achter alle andere objecten geplaatst. Object 3 staat nu achter object 5.
· Een laag naar voren: Object 3 staat nu voor de objecten 2, 4 en 5, maar nog altijd achter object 1.
· Een laag naar achteren: Object 3 staat nu achter 1, 2 en 4, maar nog altijd voor object 5.
Het selecteren van een tekstobject verschilt in een belangrijk opzicht van het selecteren van een rechthoek of ellips: het tekstvak van het object wordt meteen in een staat van “gereedheid” gebracht waarin elke activiteit van het toetsenbord ervoor zorgt dat het tekstvak wordt geactiveerd en de ingevoerde tekst begint weer te geven.
De activatie van het tekstvak wordt aangegeven via een tekstinvoegcursor, het gewijzigde uiterlijk van het objectkader en het verdwijnen van de controlepunten.
Is een tekstobject niet geselecteerd, dan kunt u het tekstvak ervan direct activeren door in het midden van het object te klikken. Wilt u dat het selectiekader en de controlepunten verschijnen, klik dan op de randen van het object. Met andere objecttypen kunt u op een willekeurige plek in het object klikken om het te selecteren.
Klik om een tekstvak te deactiveren op een willekeurige plek in het venster Bewerken buiten het object.
Omdat tekst een centrale rol speelt in de meeste titels en menu’s, zal de teksteditor automatisch een tekstobject in het midden van het venster Bewerken maken en activeren als u gewoon begint te typen op een moment wanneer er nog geen tekstobject bestaat.
Geavanceerde tekstbewerkingsfuncties
Net als in een tekstverwerkingsprogramma kunt u met Titeleditor een geselecteerde tekenreeks opmaken. Markeer gewoon een aangrenzende set tekens met de muis en pas de gewenste opmaak toe.
Ondersteunde bewerkingen op tekenreeksen omvatten tekstopmaak (lettertype, stijl en uiterlijk), Klembord-bewerkingen (knippen, kopiëren, plakken), verwijderen en een aantal speciale opdrachten voor het plaatsen, spatiëren en schalen die alleen vanaf het toetsenbord kunnen worden bereikt. Deze worden omschreven onder Sneltoetsen.