Interface van de modus Opnemen
De gereedschappen en knoppen die u in de modus Opnemen ziet, verschillen afhankelijk van of uw opnamehardware digitaal of analoog is.
Is uw videobron digitaal, dan zal uw scherm van de modus Opnemen er als volgt uitzien:
Het Album, linksboven aan het scherm, geeft pictogrammen weer die de videoscènes weergeven zoals ze worden opgenomen. Via de Player, rechtsboven, kunt u de binnenkomende video bekijken terwijl het beginteken voor de opname wordt ingesteld en de opname zelf overzien. Uitlezingen op de player geven u de exacte lengte van de opgenomen video weer en het aantal beelden dat is weggevallen tijdens de opname (normaal gesproken nul).
De camcorderbediening, linksonder, biedt een bandentellerscherm en stel transportknoppen voor het bedienen van het afspeelapparaat. Tot slot geeft de Voortgangsmeter, rechtsonder, de resterende opname ruimte op het station weer. Het biedt tevens de knop Opname starten en knoppen voor het instellen van de opnameopties.
Zowel het album als de player worden in analoge en digitale opnamen gebruikt. Neemt u dus op van een analoge bron, dan is de bovenste helft hetzelfde als boven weergegeven en omschreven voor digitale bronnen.
Dit geldt echter niet voor het onderste deel van het scherm. Het biedt nu een tweede versie van de voortgangsmeter, met twee uitklapbare panelen voor het aanpassen van audio- en video niveaus tijdens het opnemen.
Samengevat weerspiegelen de digitale en analoge setups twee grote verschillen in mogelijkheid:
· Via de digitale setup kunt u de bandtransport van de camcorder of videorecorder met de Camcorderbediening regelen.
· Met de analoge setup kunt u audio- en videoniveaus tijdens het opnemen dynamisch wijzigen.